De ministers en de staatssecretarissen geven de kamers elk afzonderlijk en in verenigde vergadering mondeling of schriftelijk de door een of meer leden verlangde inlichtingen waarvan het verstrekken niet in strijd is met het belang van de staat.
TOELICHTING:
Het belangrijkste controlerecht van Tweede i en Eerste Kamer i is het recht van elk individueel Kamerlid om van ministers en staatssecretarissen via vragen inlichtingen te krijgen. Ministers i en staatssecretarissen izijn verplicht mondeling of schriftelijk de verlangde inlichtingen te geven.
Alleen als het verstrekken van informatie het belang van de staat kan schenden, kan daarop een uitzondering worden gemaakt. Gedacht kan worden aan gevoelige informatie over overheidsopdrachten aan bedrijven of informatie in het kader van terreurbestrijding. Informatie kan ook vertrouwelijk worden verstrekt. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de commissie voor inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Het inlichtingenrecht strekt zich uit tot alle vragen die worden gesteld, bijvoorbeeld in debatten of bij de schriftelijke voorbereiding van de behandeling van wetsvoorstellen.
Daarnaast kennen de Kamers in hun reglementen van orde i regelingen voor het stellen en beantwoorden van schriftelijke vragen i, voor het recht van interpellatie i en voor het recht van onderzoek (enquête) i. Wekelijks kunnen Tweede Kamerleden tijdens het zogenoemde vragenuurtje gedurende een uur mondeling vragen stellen over actuele onderwerpen.